Ron van Zeeland blogt: Een week ben ik in Phnom Penh, de voorlopige eindbestemming en de plek vanwaaruit ik het werk voor Untenu voortzet. Maar ik moet ook weer op pad.
Phnom Penh drukker dan ooit
Toen ik de minibus van de Koninklijke Post Phnom Penh binnenreed was het nog licht en had ik hoop snel onder de douche te staan.
Helaas, het verkeer stond inmiddels muurvast en met het postkantoor nabij Wat Phnom in zicht besloot de chauffeur geheel tegen alle voorschriften in enkele Cambodjaanse medereizigers thuis af te zetten. Wat resulteerde in een busrit die vanaf Battambang de acht uur ruimschoots overschreed.
Elk jaar verbaas ik me weer als ik hier terug kom, maar dit jaar sloeg echt alles. Wat er hier in een jaar de grond uit is gestampt, het is niet meer bij te houden. Ik moet soms twee keer kijken om te zien waar ik ben.
Nu moet ik zeggen dat ik ook twee keer op een plek ben geweest die ik al een paar jaar niet meer had gezien (Het drooggelegde Boeng Kak en even buiten Monivong Boulevard). En daar verrijzen dus complete stadsdelen met hoogbouw. Het viel me nu pas op hoe veel namen van stadsdelen met boeng (បឹង, meer) beginnen, Zo ook voorbij Monivong Boulevard: dat meertje bleek al even geleden drooggelegd te zijn en inmiddels stonden er al de eerste torens. Ik wist niet wat ik zag. Daar hield de stad ooit op.
Vaste routine: ontbijt, zwemmen, aan de slag
Het was flink aanpoten op meerdere vlakken Terwijl het bestuur van Untenu in Nederland aan de bak ging met CinemAsia en The Hague Pride, had ik hier ook werk aan onze bijdrage aan het filmfestival: stukjes op de website en de sociale media.
Ondertussen begon ik ook aan de planning van de werkbezoeken. Dat werd dus e-mails sturen en beantwoorden.
Vrijwilligerstraining: hoe beter te helpen?
Hetzelfde gold (en geldt nog) voor het organiseren van de vrijwilligerstraining die Untenu (met dank aan een gul fonds) organiseert en financiert voor onze partnerorganisatie. Vindt in Cambodja maar eens een Khmer-sprekend lid van de LHBTIQ-familie die vrijwilligers bijschoolt in het houden van intakegesprekken.
Ik voel er persoonlijk namelijk niet veel voor om een groep LHBTIQ’s door de zoveelste goedbedoelende hetero te laten vertellen hoe ze andere LHBTIQ’s beter kunnen helpen. Maar ja, veel vrijwilligers en professionele krachten zijn actief in meerdere organisaties en met niet alle organisaties heb ik even goede ervaringen opgedaan in het verleden. Zo bleken financieel zwaar gesubsidieerde hiv-organisaties zeer geïnteresseerd in samenwerking, men nog meer in ons bescheiden budget.
Het is de bedoeling dat naast de acute hulpvraag, ook wat hulpvragers in de toekomst nodig hebben in beeld worden gebracht. Daarnaast hopen we de kennis van goede zelfzorg (met name medicijngebruik en bijtijds testen op andere ziekten naast hiv) te bevorderen.
Dit is een aangepaste versie van het blog dat eerder verscheen op ronvanzeeland.nl.